De Magnoliaboom

magnoliaHet was voorjaar 1962 en de boom bloeide haar grote lichtroze bloemen. Uitbundig en teer was de boom. Hij stond in een ruime tuin op een grasveld.
De kinderen speelden onder de boom. Vandaag was de trouwerij. De bruid was tenger met donkere krullen en de bruidegom, hij was wat steviger met blond kort stekelhaar.
Ze vonden elkaar leuk en zouden vandaag gaan trouwen, dat was hun spel.
Zij had van een wit kanten gordijn een sluier gemaakt. De sluier bedekte haar krullen en de stof viel los over haar schouders en haar rug. Hij had een hoed gevonden en die opgezet, een oude hoed van zijn vader en een zwart jasje dat veel te groot was. Ze gaven elkaar een hand en liepen over het grasveld.  De andere kinderen strooiden met de roze bladeren van de boom. De kinderen zongen, daar komt de bruid, daar komt de bruid.
De trouwringen dat waren gordijnenringen  Toen gaven ze elkaar een zoen. Nu was er wel ernst in hun spel en ze keken wat verlegen naar elkaar.  Alle kinderen lachten en dansten om hen heen.
Roze bloesem viel op hun hoofden en op het grasveld, nu waren ze getrouwd. Dat hoorde zo: dat je ging trouwen, hun ouders hadden het ook zo gedaan.
Die dag zijn ze nooit vergeten. De jongen en het meisje van toen. De geur van het gras en de kleur van de bloesem, de stemmen van de kinderen, de zoen, haar blauwe ogen en zijn vrolijke lach en hun handen die elkaar vasthielden. De boom staat er nog altijd in mijn geboortedorp en elk voorjaar bloeit hij  roze en tere bloemen. De jongen en het meisje wonen daar niet meer. Ik weet niet of er nu ook nog  steeds kinderen spelen onder de boom, dat zou wel mooi zijn als dat zo was.

magnoliaboom