Zomerdag

Dat je met je elektrische fiets over een landweg scheurt en dan denkt: “Hoezo saai, een elektrische fiets?”

Dat je eindelijk de tijd neemt om met een boek in de zon te gaan zitten en dan denkt: “Ik lees de hele dag.”

Dat je een biertje drinkt op een terras en dan denkt: “Ik neem er nog een.”

Dat je vroeg in de ochtend in je nachthemd en met een kop koffie buiten zit en dan denkt: “Wat is het stil en mooi buiten.”

Dat je een nieuwe, korte broek aan hebt en dan denkt: “Deze past echt heel goed in een maat groter.”

Dat je denkt dat die bouwvakker naar jou floot en dat dat niet waar was, omdat bouwvakkers tegenwoordig niet meer mogen fluiten van de regering en dan denkt: “Als hij dat wel mocht, dan had hij zeker gefloten.”

Dat je toch wel erg transpireert in dat polyester jurkje en dan denkt: “Katoen is toch beter in de zomer.”

Dat je met je voeten in een kinderzwembadje met koud water zit en dat je denkt: “Ik moet nu wel vaak plassen van het koude water.”

Dat je nagels zo mooi rood zijn gelakt en dat je denkt: “Die kleur hou ik er deze zomer in.”

Dat er een merel rondhipt in de tuin en dat die merel heel dicht bij je komt en dat je denkt: “Even een foto maken.” En toen was de merel weg.

Dat je denkt: “Ik ben zo gelukkig vandaag.”

Dat de vogels zo heerlijk hard fluiten en dat je denkt: “Ik denk nu even helemaal niets.”